Zitten
- Zit niet te lang in dezelfde houding.
- Wissel zitten regelmatig af met lopen of staan.
- Vermijd zittend tillen. Dit is een ongunstige en zware belasting voor rug en nek, omdat je je benen niet kunt gebruiken.
- Zorg dat tijdens het zitten je rug zo veel mogelijk de S-vorm behoudt.
- Ga dicht bij en recht voor het werkblad zitten, voorkom een gedraaide rug.
- Stel je stoel zo in dat de rugleuning steun biedt in de holte van je onderrug.
- Houd tijdens het zitten je bovenbenen horizontaal en je voeten plat op de grond.
Staan
- Spreid je benen iets, dit geeft een groter steunvlak en een beter evenwicht.
- Steun niet op één been, maar op beide benen.
- Houd de knieën 'los', overstrek de benen niet.
- Vermijd een gedraaide rug.
- Werk dicht bij je, vermijd ver reiken.
- Zorg voor een gestrekte rug, behoud de S-vorm.
Dragen
- Houd de last dicht bij je lichaam.
- Pak de last goed vast, met twee handen en midden voor je lichaam.
- Draag liever twee kleine lasten naast je lichaam (één in je linker- en één in je rechterhand) dan een grote last voor je lichaam.
- Draag een zware last samen met een collega of gebruik een hulpmiddel.
- Draag kinderen zwaarder dan 8 kilo zo min mogelijk.
- Als je een kind tegen je buik draagt: houd je rug recht, leun niet achterover, draag het kind niet te lang.
- Als je een kind op je heup draagt: voorkom een gedraaide rug, plaats een hand onder de billen van het kind, draag het kind dicht tegen je aan, draag het kind afwisselend op je linker- en rechterheup, draag het kind niet te lang.
Meer weten?
In deze video (Engelstalig) wordt uitgelegd hoe je kinderen op een goede manier kunt tillen.
Terug naar de arbocatalogus