5 tips om lichamelijk gezonder te werken
'Maar ik heb nergens last van en ben nog jong', is een uitspraak die hr-adviseur en preventiemedewerker Yvonne Verhoeve van Junis Kinderopvang vaak hoort. Werken in kinderopvang is geweldig, maar ook lichamelijk zwaar. Om de lichamelijke belasting zo veel mogelijk te beperken, geeft Junis vijf tips.
Junis Kinderopvang, bestaande uit de kinderopvangorganisaties Junis, De Drie Ballonnen en PeuterStart, heeft zo’n negentig locaties en circa negenhonderd medewerkers. Bij Junis is het onderwerp fysieke belasting een belangrijk aandachtspunt. Met name voor de pedagogisch medewerkers (pm’ers) op de groepen van nul tot vier jaar. Yvonne vertelt: ‘Vanuit onze pedagogische visie laten we de kinderen zoveel mogelijk zelf doen wat ze kunnen doen. Dat deze manier van werken bijdraagt aan het beperken van de fysieke belasting van pm’ers is een groot voordeel’.
1. Investeer in ergonomisch meubilair
‘Een voorbeeld hiervan is een verstelbare commode die je makkelijk aan de lengte van de medewerker kunt aanpassen. Daar hoort ook een trapje bij zodat de peuters zelf op de commode kunnen klimmen. Maar ook het beperken van bukken en reiken bij het werken met lage groepstafels. Er is een speciale gezondheidsstoel, ook wel Sanus stoel genoemd, voor de pm’er. Zo’n stoel biedt comfort en bewegingsvrijheid tijdens het werken met kleine kinderen. Hierdoor kunnen pm’ers bijvoorbeeld tijdens het eetmoment op een goede manier rond de tafel werken zonder daar lichamelijke inspanning voor te leveren.’
2. Stel een clustercoördinator aan met Arbo-taken
‘Elk cluster (een aantal locaties die bij elkaar horen), heeft een clustercoördinator die Arbo-zaken in het takenpakket heeft. Denk bijvoorbeeld aan het opstellen van vragenlijsten voor de RI&E (risico-inventarisatie en -evaluatie). Vooral bij ons is dat erg fijn, want we zijn een grote organisatie. ‘Het voordeel hiervan is dat de clustercoördinator haar eigen locaties het beste kent en zo ook de Arbowet-regels goed kan handhaven’, vertelt Yvonne. ‘Ook is ze verantwoordelijk voor de R&IE’.
3. Schakel een oefentherapeut in
‘Op locatie wordt op regelmatige basis een externe oefen/cesartherapeut ingehuurd. Dit gebeurt op verzoek van de pm’er of de leidinggevende. In groepen, tijdens bijvoorbeeld een teamoverleg, maar ook ter plekke op de werkplekken wordt voorlichting en advies gegeven. Er is ook ruimte om vragen van pm’ers te beantwoorden.’
4. Maak een aantrekkelijke ‘tilwijzer’
‘Samen met de oefentherapeut hebben we een ergonomische brochure ontwikkeld. ‘We noemen het een tilwijzer’, zegt Yvonne. ‘Maak het aantrekkelijk en persoonlijk door er praktijkfoto’s in op te nemen van eigen locaties. Zo is de brochure herkenbaar en spreekt het (nieuw) personeel meer aan. En zorg ervoor dat de tilwijzer actueel blijft door deze continu te blijven vernieuwen bij nieuwe manieren van werken.’
5. Creëer bewustwording
‘Tijdens de introductiebijeenkomst besteden we veel aandacht aan (voorkomen van) verzuim. We maken de nieuwe pm’ers vooral bewust van hun eigen rol hierin. We wijzen hen op de fysieke kant van het beroep’. ‘Een groot deel van onze pm’ers is nog jong en merkt nu nog niets van lichamelijke belasting. Juist die groep wijzen wij op het gebruik van de hulpmiddelen, ook als investering op de toekomst’, vertelt Yvonne. ‘We vinden het belangrijk dat ze het belang ervan zien en op andere pm’ers letten en elkaar aanspreken.’