Icon Arrow Icon Arrow back Icon Quote Icon Close Icon Enlarge Icon Calendar Icon Currency Icon Clock Icon Location Icon List Icon Shield Icon Chevron Icon Attachment Icon Download star icon-hat icon-tools
Hogeschool Utrecht

Spelen, een serieuze zaak

  • Kosten

    €0,- incl. BTW, Minor op het HBO, niet los te volgen

    Deze scholing geldt als aanvullend bewijs voor diploma’s in onderstaande categorieën:

    Categorie B2

Inhoud

Veel kinderen en jongeren in Nederland raken in een burn-out, hebben weinig energie of voelen zich futloos. De invloed van de prestatiegerichte maatschappij eist zijn tol. Spelen, daarentegen, is vrijheid en staat los van prestaties. Het doet een ander appèl op je menszijn. Het doet iets met je lijf, je brein, je welbevinden en is een medicijn tegen depressie. “Het tegenovergestelde van spelen is niet vervelen maar depressie”, aldus B. Sutton Smith (The Ambiguity of Play. Harvard University Press, Cambridge 2001). Door te spelen ontdekken kinderen zichzelf en de wereld. Het uitgangspunt van deze minor is kinderen de ruimte en vrijheid te geven zichzelf al spelend te ontwikkelen en ontplooien. Spelen en welbevinden hangen nauw samen. Een spelend kind is autonoom, maakt eigen keuzes, is nieuwsgierig, onderzoekt, verwondert zich en groeit. Einstein wist het al: “Spelen is de hoogste vorm van onderzoek”. (topwijs.nl, 2020)

In deze minor willen we professionals (i.o.) laten ontdekken wat spelen met kinderen doet vanuit verschillende perspectieven. Hoe, waar en wanneer geef je kinderen ruimte te spelen en wat zijn de effecten daarvan? Je ontdekt eerst zelf hoe je (veelal door te spelen) kunt aansluiten bij een spelend kind. Vanuit welk perspectief ga je dit doen: kijk je als ouder, professionele begeleider, leerkracht, pedagoog, verpleegkundige of vaktherapeut? Elke rol vraagt een andere benadering maar de belangrijkste voorwaarde is dat het spel van het kind blijft, in al zijn facetten. In deze minor besteed je aandacht aan theorie waarin vooral de betekenis van spel centraal staat, en aan spelobservatie. Ook onderzoek je hoe je spelende kinderen methodisch kunt begeleiden en welke technieken en houdingsaspecten je daarbij kunt inzetten.

Je loopt twee dagen per week stage om je kennis, houding en vaardigheden toe te passen in de praktijk en praktijkgericht onderzoek te doen. Je bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stage. De stageplaats is een organisatie waar het mogelijk is te werken met kinderen of met mensen met een beperking, en waar je de ruimte krijgt spel en spelbegeleiding te organiseren. Een begeleider op minimaal bachelorniveau is verantwoordelijk voor je begeleiding. We richten ons op de evidence based handelende professional die een eigen perspectief op het beroep kan ontwikkelen. We werken nauw samen met de beroepspraktijk en hebben bij de ontwikkeling van deze minor overlegd met mensen uit het beroepenveld van spelagogiek en speltherapie. Een aantal docenten heeft zelf ervaring in de beroepspraktijk. Ter oriëntering op het beroep bezoeken studenten elkaars praktijkplek.

Werken met kinderen wordt rijker als je spel methodisch en effectief kunt inzetten. Dit heeft grote meerwaarde binnen het eigen werkveld. Na afloop van deze minor kun je doorstromen naar de (mogelijk te starten) post-bachelor-opleiding Spelagogiek of de masteropleiding Speltherapie waar je je verder kunt specialiseren. De masteropleiding Speltherapie is bedoeld voor spelagogen, hulpverleners en mensen uit het onderwijs.

Deze minor is geen onderzoeksminor, maar je participeert wel in het onderzoek dat door het lectoraat Leefstijl en Gezondheid en het lectoraat Jeugd wordt uitgevoerd. In iedere module is er aandacht voor je onderzoekend vermogen. In één van de modules voer je een praktijkgericht onderzoek uit, een onderzoekende houding is daarbij essentieel.

Extra kosten 
Eventueel reiskosten om bij de stage te komen.

Cursussen

De minor bestaat uit 5 onderdelen:

  • De basis: verschillende theoretische perspectieven op de kenmerken, waarde en functie van spel en de spelontwikkeling.
  • Spel, vandaag de dag: spel in de huidige maatschappij met aandacht voor actuele thema’s als diversiteit, buitenspelen, speelomgeving en inclusief spelen.
  • Spelbegeleiding met spel als doel: het vrijuit kunnen en durven spelen en het daaruit voortkomende spelplezier, ontspanning en (emotioneel) welbevinden van de speler staan voorop.
  • Spelbegeleiding met spel als middel: spel wordt ingezet om specifieke ontwikkelingsgebieden te ondersteunen of stimuleren.
  • Praktijkgericht onderzoek: onderzoek naar de rol en betekenis van spel binnen een door jouw gekozen organisatie van waaruit een product of dienst wordt ontwikkeld of een aanbeveling daartoe.

Leerdoelen

Je kunt spel inzetten op een methodische manier, bij de begeleiding en opvoeding van kinderen en in het onderwijs. Je werkt vanuit een onderzoekende, speelse en verbindende houding en mobiliseert kennis van verschillende speltheorieën en van actuele thema’s rondom de waarde en betekenis van spelen, spelontwikkeling en spelbegeleiding. Je gebruikt spelbegeleidingstechnieken en eigen spelvaardigheden om aan te sluiten op de vraag en behoeften van het individuele kind. Je reflecteert op je eigen houding en handelen in de begeleiding.

  • Leeruitkomst 1
    Je observeert het spel van kinderen op een systematische manier vanuit een onderzoekende houding, met behulp van diverse spelobservatie-instrumenten. Je analyseert de spelobservaties aan de hand van speltheorieën. Vandaaruit formuleer je weloverwogen interpretaties van het speelgedrag die het creatief en methodisch begeleiden van het spel van kinderen ondersteunen. Je kunt analyses, kennis en interpretaties onderling verbinden en een relatie leggen met diverse contexten waarin het kind zich bevindt. Interpretaties en conclusies kun je bijstellen, waaruit blijkt dat je beschikt over reflectief vermogen.
  • Leeruitkomst 2
    Je ontwikkelt een eigen onderbouwde visie op de betekenis van spel in de maatschappij. In relatie met jezelf en de context reflecteer je op eigen normen, waarden en overtuigingen en onderzoek je de invloed daarvan op de rol van spel en spelbegeleiding in onderwijs, opvoedings- en/of begeleidingsmomenten. Je hebt kennis van actuele thema’s rondom spel in de maatschappij en kunt opgedane kennis delen en inzetten om de waarde van spel beter onder de aandacht te brengen en (inclusief) spelen te stimuleren.
  • Leeruitkomst 3
    Je bouwt tijdens een begeleiding in het onderwijs en/of een hulpverleningsproces een relatie op met het kind c.q. de cliënt. Het kind ervaart binnen deze relatie de veiligheid om het eigen spel vorm te geven en verder te verdiepen en/of uit te breiden. Je mobiliseert en verbindt kennis van de speltheorieën, spelbegeleidingstechnieken, creativiteit en eigen spelvaardigheid om te komen tot een methodisch spelbegeleidingstraject. Na reflectie kun je komen tot handelingsalternatieven.
  • Leeruitkomst 4
    Je onderzoekt op een methodische manier of spel een bijdrage kan leveren aan groeibevorderende doelen en aan de ontwikkeling van specifieke vaardigheden. Je zet spelvormen in die aansluiten bij het (spel)ontwikkelingsniveau en de eigenheid van het kind. Je mobiliseert je kennis van de speltheorieën en spelbegeleiding en zet spelbegeleidingstechnieken, creativiteit en eigen spelvaardigheid in. Je reflecteert tijdens het methodisch begeleiden op je eigen houding en handelen.
  • Leeruitkomst 5
    Je kunt vanuit een nieuwsgierige en onderzoekende houding spelkansen of spelproblemen binnen een organisatie signaleren en op een methodische manier onderzoeken. In dit onderzoek kun je een heldere vraag- en doelstelling formuleren, die zijn afgeleid van een oriënterende analyse. Je hebt daarbij gebruik gemaakt van een onderbouwde methode van onderzoek en van dataverzamelingstechnieken. In samenspraak met de organisatie kom je op een speelse, creatieve manier tot innovatieve, onderbouwde voorstellen. In het verslag van je onderzoek is zichtbaar dat je kunt reflecteren op de kwaliteit van het o

Informatie over de training: Klik hier

Let op: De informatie die je hier ziet is ons aangeboden door de betreffende opleider van de scholing. De opleider zelf is er verantwoordelijk voor dat deze informatie klopt en actueel is.