Icon Arrow Icon Arrow back Icon Quote Icon Close Icon Enlarge Icon Calendar Icon Currency Icon Clock Icon Location Icon List Icon Shield Icon Chevron Icon Attachment Icon Download star icon-hat icon-tools
Arbocatalogus

Beleid

Ongewenst gedrag is gedrag dat over de grens gaat. Bijvoorbeeld als iemand stelselmatig gepest wordt. Als seksueel getinte grapjes ‘erbij horen’, ‘gewoon zijn’. Of als iemand vanwege huidskleur, seksuele oriëntatie of geloof wordt aangevallen, buitengesloten of genegeerd.

arbocatalogus ongewenst gedrag beleid

Het kan met en zonder ‘woorden’ gebeuren, zoals nare opmerkingen, gemene grapjes of dreigementen of juist veelzeggende stiltes. En het kunnen ook ‘daden’ zijn: een deur vlak voor je neus dicht laten vallen en van schouders masseren, billen knijpen tot aan aanranding en verkrachting.

Ongewenst gedrag kan voorkomen tussen medewerkers onderling; ook leidinggevenden kunnen erbij betrokken zijn. Het gedrag kan nare gevolgen hebben: van concentratieproblemen en slaapklachten tot en met depressie en verzuim. Daarnaast kan het leiden tot een minder professionele dienstverlening. Een thema dus dat goed beleid verdient.

Zo doe je het

Laat het thema deel uitmaken van je beleidscyclus

Inventariseer in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) in hoeverre het voorkomt, neem zo nodig maatregelen op in het plan van aanpak, voer die uit en evalueer ze.

Formuleer beleid

Oók als er geen signalen uit de RI&E komen. Oók als er (nog) geen incidenten zijn. Besteed in je beleid minimaal aandacht aan de onderwerpen die in deze catalogus staan:

  • Voorkomen: hoe je waar mogelijk onderling ongewenst gedrag voorkomt en hoe je daarbij voorlichting en training aan medewerkers, leidinggevenden en sleutelpersonen inzet.
  • Aanpakken: hoe je handelt als het voorkomt, hoe je daderaanpak eruit ziet en hoe je opvang en nazorg inricht.

Benoem een vertrouwenspersoon

Bij een vertrouwenspersoon kan een medewerker veilig vertellen wat er is gebeurd en op een rijtje zetten wat de best passende vervolgstappen zijn. Vertrouwenspersonen kunnen intern en extern benoemd worden. Ze moeten goed opgeleid zijn en weten welke regels belangrijk zijn om zich aan te houden. Zorg er dus voor dat de namen en bereikbaarheid van de vertrouwenspersonen goed bekend zijn in de organisatie.

Stel gedragsregels op

Benoem in de gedragsregels hoe je verwacht dat de medewerkers in je organisatie zich onderling wel en niet gedragen. Beschrijf er verder in wat iemand, die ongewenst gedrag ziet of ondervindt, kan doen. Een melding doen bij de eigen leidinggevende ligt voor de hand, maar beschrijf ook bij wie de medewerker terecht kan als de eigen leidinggevende betrokken is. Neem ook de gegevens van de vertrouwenspersoon op en beschrijf hoe en waarvoor medewerkers daar terecht kunnen. Benoem ook wat de consequenties zijn voor daders van grensoverschrijdend gedrag.

Organiseer een klachtenprocedure

Hopelijk volstaat de procedure in de gedragsregels om een incident goed af te handelen. Het is echter belangrijk om ook een klachtenprocedure in te richten, voor als de afhandeling niet naar wens gaat. Beschrijf in de klachtenprocedure hoe een klacht wordt behandeld, hoe anonimiteit wordt gegarandeerd en welke deskundige en onpartijdige personen in de klachtencommissie zitten. Benoem ook in de gedragsregels het bestaan van de klachtenprocedure al.

Dit artikel is onderdeel van